E X P O S I T I E
Net zoals hun ontmoeting en het contact daarna min of meer toevallig verliep, zo laten beiden hun kunstwerken ‘toevallig’ ontstaan. Door zich open te stellen, geen vooraf bedacht plan of ontwerp, en de dingen te laten gebeuren. Maar: is toeval wel toevallig of valt het toe aan degene die het ziet?
Annemiek Jongen werd in 1958 geboren in Schaesberg waar ze ook opgroeide, verhuisde later naar o.a. Maastricht en woont nu in Valkenburg. Zij groeide op in een arbeidersgezin – haar vader was mijnwerker – waar traditionele waarden en strengheid duidelijk aanwezig waren.
Als kind was Annemiek stil en gesloten, met een steeds meer groeiende drang om zich uit het ouderlijk milieu los te maken. Annemiek wilde weg en ze toog dan ook na de lagere school en het Atheneum als middelbare school naar Leiden om daar pedagogiek te gaan studeren aan de universiteit.
Maar Annemiek wilde nog liever de kunstwereld in. Ze wilde naar Amsterdam en meldde zich na enkele universitaire jaren aan bij de Rietveld Academie, deed daar toelatingsexamen, maar werd afgewezen.
Dat was voor haar een enorme teleurstelling, haar wereld dreigde in te storten, maar gelukkig werd ze kort daarna aangenomen op de Kunst-academie in Maastricht – en dáár viel voor haar alles op zijn plek.
Ze volgde van 1979 tot 1984 in Maastricht de 1e graads docentenopleiding aan de Academie voor Beeldende Kunst.
Daarna ging ze werken als zelfstandig beeldend kunstenaar, waarbij ze zich toelegde op het werken met olieverf, alsook met gemengde technieken.
Daarnaast ging Annemiek vanaf 1988 cursussen geven in portret- en modeltekenen en schilderen aan de Vrije Academie ZOM en bij Kumulus te Maastricht.
Aanvankelijk deed ze dat docentschap met tegenzin, het was noodgedwongen omdat ze de inkomsten hard nodig had. Maar gaandeweg begon ze het lesgeven steeds waardevoller te vinden, met name om zo haar kennis, vaardigheden en ervaring door te geven aan anderen en daarmee een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van mensen.
Vanaf 2022 geeft ze alleen nog cursussen in haar eigen atelier in Maastricht. Tevens verzorgt zij in de zomer 1 of 2 schilderweken in Frankrijk.
Centraal uitgangspunt in haar werk is het begrip ‘energie’. Annemiek daarover: “Alles, ieder mens, iedere gebeurtenis en iedere uitspraak straalt energie uit. Wanneer deze energie mij raakt wil ik er een schilderij van maken.” Zij weet dan van waaruit zij vertrekt, maar niet hoe het werk er precies uit moet gaan zien en schildert zoekend. Openstaan voor wat er toevallig gebeurt speelt daarbij een belangrijke rol.
Het is vooral door dit openstaan voor het toeval dat Annemiek haar grenzen steeds weer verlegt. Zij moet dan risico’s nemen waardoor ze nieuwe manieren van werken ontdekt: “Op een gegeven moment zie ik dat het werk weergeeft wat ik probeer uit te drukken. Dan stop ik en mag het schilderij op zijn beurt de energie uitstralen en mensen raken.”
Volgens Annemiek komt het ook wel eens voor dat ze niet alert genoeg is en te lang doorwerkt waardoor het schilderij zijn kracht verliest. Als dat niet meer hersteld kan worden gaat ze opnieuw beginnen.
Annemieks werk is figuratief, maar niet naturalistisch: zij schildert niet de waarneembare werkelijkheid zoals die te zien is, maar schildert herkenbare vormen zó dat de onderliggende lading, betekenis, energie, … versterkt wordt, aan de oppervlakte komt.
Qua inhoud en thema’s van haar werk is er ook energie die steeds weer verandert en doorgegeven wordt.
Zo is Annemiek rond 2019 schilderijen gaan maken die te maken hadden met dementie, dit nadat haar demente moeder in 2017 overleden was en Annemiek steeds meer de angst voelde om zèlf dement te worden. Ze ging kleine portretten maken van mensen die dement zijn – nu 12, maar dit mag voor haar een wand vol worden, dus zo’n 30-40 stuks in totaal.
Van hieruit is zij ook kleine portretten gaan maken vanuit andere thema’s, zoals vluchtelingen (‘what did you do to be or not to be born in the rich part of the world?’) en opwarming van de aarde (‘what about my future?).
Na al die kleine portretten is zij grote portretten gaan schilderen van bekende vrouwelijke kunstenaars wanneer ze al oud zijn. Omdat Annemiek merkte dat zij hierbij zeer gestuurd werd door de aard en uitstraling van deze vrouwen is zij werken gaan maken rond het thema ‘Emotie’. Deze werken toont zij nu hier in het Kunsthuis.
Maria Stams werd geboren in 1956 te Eygelshoven, vlakbij Kerkrade. Daar ging ze ook naar de lagere school – de kleuterschool bezocht ze niet, want haar moeder vond het veel gezelliger om haar thuis bij zich te hebben.
Maria leerde tijdens haar jeugd wat verantwoordelijkheid nemen is. Haar vader kreeg een burn-out en raakte depressief, haar moeder werd zwaar hartpatiënt en daardoor kwam veel zorg en verantwoordelijkheid op haar schouders. Maria richtte zich op wat nodig was en wat moest gebeuren, in het gezin, voor anderen, maar ook voor zichzelf. Die instelling bleef ze haar verdere leven houden.
Na de HAVO-periode ging Maria naar de Pedagogische Academie om onderwijzeres te worden. Ze studeerde op jonge leeftijd (19) in 1976 af en werkte vervolgens 7 jaar aan de lagere H. Hartschool te Schaesberg.
Van jongsafaan viel haar talent voor tekenen op en had zij interesse in kunst. Een boek over beeldhouwers sprak haar ontzettend aan en ook raakte ze onder de indruk van stenen beelden bij de Lückerheide Kliniek waar ze regelmatig langskwam. Beide ervaringen zorgden ervoor dat bij haar een behoefte om zelf beelden te gaan maken ontstond en groeide.
In 1982 ging Maria, op 25-jarige leeftijd en al werkzaam in het onderwijs, een opleiding volgen aan de Kunst-academie in Maastricht. Ze kreeg daar les van o.a. Appie Drielsma en Sjef Hutschemakers. Vanaf toen ging Maria parttime werken in de activiteitenbegeleiding van een dagverblijf voor verstandelijke beperkte mensen – er moest immers ook geld verdiend worden.
Ze studeerde in 1988 af aan de Kunstacademie, afdeling Plastische vormgeving en vanaf toen ging Maria als zelfstandig beeldend kunstenaar aan de slag. Ze koos voor het maken van beelden in klei, o.a. omdat dat materiaal toegankelijk is én voor haar betaalbaar. Daarnaast ging zij weer lesgeven, toen als docent aan de Vrije Academie Zuid-Oostelijke Mijnstreek (ZOM) te Kerkrade en Landgraaf.
In 2009 startte zij een bijzondere samenwerking met José Fijnaut onder de naam ‘Koppig Limburg’. Het was een project waarbij een gesprek over kunst werd gevoerd met diverse bekende personen, waaronder Onno Hoes en Gerd Leers. Maria zat tijdens het gesprek aan de zijkant en maakte dan in korte tijd een beeld van de persoon die uitgenodigd was.
Maria heeft beelden in opdracht gemaakt, maar haar voorkeur gaat uit naar het geheel open laten van wat ze gaat maken en het toeval laten gebeuren. Zij wil in dialoog met het materiaal gaan, zich open stellen voor de associaties die klei oproept en luisteren naar het gevoel dat aarde – én dus de natuur – kan geven, zonder inmenging van de mens. Een vormgeving die ‘toevallig’ ontstaat geeft een totaal andere beleving dan een van te voren bedachte vorm. Maria zegt daarover: “Samen – het materiaal en ik vormen we een beeld. En als we geluk hebben is het méér dan een beeld.”
Maria over haar werk: “Al boetserend ontdek ik de kracht van het materiaal en de mogelijkheden om de idee te vertalen in een beeld. Ik maak expressieve beelden, maar impressionistisch qua opzet. De sporen van het werken waardeer ik, ze lopen parallel met het zien.”
Op diverse plaatsen in de provincie Limburg staan beelden van Maria Stams in de openbare ruimte, zo ook in de gemeente Meerssen. Maria maakte nl. het reliëf ter nagedachtenis van de overleden oud-wethouder Jo Dejong, dat een plek heeft gekregen tegenover het huis waar hij destijds woonde.
Ook heeft Maria op diverse plaatsen haar werken geëxposeerd, o.a. in het Limburg Museum te Venlo, in het ‘Atelier an der Donau’ te Ybbs-Oostenrijk en in de Beeldentuin ‘De Stegge’ in Winterswijk.